Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate overbluft

Translate overbluft from Dutch to Swedish

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. overbluft:
  2. overbluffen:

Dutch

Detailed Translations for overbluft from Dutch to Swedish

overbluft:

overbluft adj

  1. overbluft (overdonderd)
    förbluffat; handfallet; förbluffad
  2. overbluft (sprakeloos; stomverbaasd; zwijgend; )
    mållös; mållöst

Translation Matrix for overbluft:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
förbluffad overbluft; overdonderd imposant; overdonderend; overweldigend; uiterst verbaasd; verbijsterd
förbluffat overbluft; overdonderd imposant; met de mond vol tanden; met open mond; overdonderend; overweldigend; sprakeloos; uiterst verbaasd; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
handfallet overbluft; overdonderd getroffen; onthutst; ontsteld; paf; perplex
mållös overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend beduusd; beteuterd; met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd
mållöst overbluft; paf; perplex; sprakeloos; stom; stomverbaasd; zwijgend met de mond vol tanden; met open mond; sprakeloos; verbaasd; verbijsterd; verbluft; verstomd; verwonderd

overbluft form of overbluffen:

overbluffen verb (overbluf, overbluft, overblufte, overbluften, overbluft)

  1. overbluffen (overdonderen)
    förbluffa; förstumma
    • förbluffa verb (förbluffar, förbluffade, förbluffat)
    • förstumma verb (förstummar, förstummade, förstummat)

Conjugations for overbluffen:

o.t.t.
  1. overbluf
  2. overbluft
  3. overbluft
  4. overbluffen
  5. overbluffen
  6. overbluffen
o.v.t.
  1. overblufte
  2. overblufte
  3. overblufte
  4. overbluften
  5. overbluften
  6. overbluften
v.t.t.
  1. heb overbluft
  2. hebt overbluft
  3. heeft overbluft
  4. hebben overbluft
  5. hebben overbluft
  6. hebben overbluft
v.v.t.
  1. had overbluft
  2. had overbluft
  3. had overbluft
  4. hadden overbluft
  5. hadden overbluft
  6. hadden overbluft
o.t.t.t.
  1. zal overbluffen
  2. zult overbluffen
  3. zal overbluffen
  4. zullen overbluffen
  5. zullen overbluffen
  6. zullen overbluffen
o.v.t.t.
  1. zou overbluffen
  2. zou overbluffen
  3. zou overbluffen
  4. zouden overbluffen
  5. zouden overbluffen
  6. zouden overbluffen
en verder
  1. ben overbluft
  2. bent overbluft
  3. is overbluft
  4. zijn overbluft
  5. zijn overbluft
  6. zijn overbluft
diversen
  1. overbluf!
  2. overbluft!
  5. overbluft
  6. overbluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbluffen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förbluffa overbluffen; overdonderen bevreemden; overdonderen; verbazen; verbijsteren; verbluffen; verwonderen
förstumma overbluffen; overdonderen overdonderen; verbluffen







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0218 seconds
Page rendered in 1.0 seconds