Dutch
Detailed Translations for overkomen from Dutch to Swedish
overkomen:
-
overkomen (overvallen)
-
overkomen
Conjugations for overkomen:
o.t.t.
- overkom
- overkomt
- overkomt
- overkomen
- overkomen
- overkomen
o.v.t.
- overkwam
- overkwam
- overkwam
- overkwamen
- overkwamen
- overkwamen
v.t.t.
- ben overkomen
- bent overkomen
- is overkomen
- zijn overkomen
- zijn overkomen
- zijn overkomen
v.v.t.
- was overkomen
- was overkomen
- was overkomen
- waren overkomen
- waren overkomen
- waren overkomen
o.t.t.t.
- zal overkomen
- zult overkomen
- zal overkomen
- zullen overkomen
- zullen overkomen
- zullen overkomen
o.v.t.t.
- zou overkomen
- zou overkomen
- zou overkomen
- zouden overkomen
- zouden overkomen
- zouden overkomen
en verder
- heb overkomen
- hebt overkomen
- heeft overkomen
- hebben overkomen
- hebben overkomen
- hebben overkomen
diversen
- overkom!
- overkomt!
- overkomen
- overkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overkomen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hända någon | overkomen | |
råka ske | overkomen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
skedd | overkomen; overvallen |