Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate pand

Translate pand from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

pand:
- bygge; byggnad; hus; bostad; boning; säkerhet; garanti; pant; borgen
Wiktionary:
- pand → fastighet
- pand → pant, byggnad, skört

Dutch

Detailed Translations for pand from Dutch to Swedish

pand:

pand [het ~] nomen

het pand (gebouw; bouwwerk)
bygge
- bygge [-ett] nomen
het pand (gebouw)
byggnad
- byggnad [-en] nomen
het pand (huis; perceel)
hus; bostad; boning; byggnad
- hus [-ett] nomen
- bostad [-en] nomen
- boning [-en] nomen
- byggnad [-en] nomen
het pand (borg; garantie; waarborg; cautie; onderpand; waarborgsom; waarborging)
säkerhet; garanti; pant; borgen
- säkerhet [-en] nomen
- garanti [-en] nomen
- pant [-en] nomen
- borgen nomen

Translation Matrix for pand:

Noun	Related Translations	Other Translations
boning	huis; pand; perceel	huis; optrekje; stulp; verblijf
borgen	borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom	borgsom; onderpand; securiteit; waarborgsom
bostad	huis; pand; perceel	accommodatie; domicilie; huis; huisvesting; onderbrenging; onderdak; onderkomen; optrekje; stulp; verblijf
bygge	bouwwerk; gebouw; pand
byggnad	gebouw; huis; pand; perceel	aanleggen; blok; bouw; bouwsector; gebouw; opbouw; ordening; organisatie; samenstelling; speelgoedblok; structuur; systeem
garanti	borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom	garantie; garantiebewijs; gratis service; keur; onderpanden; vrijwaring; waarborg
hus	huis; pand; perceel	honk
pant	borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom	onderpanden
säkerhet	borg; cautie; garantie; onderpand; pand; waarborg; waarborging; waarborgsom	bescherming; beschutting; beveiliging; garantie; geborgenheid; gewisheid; onderpanden; protectie; realiteit; stelligheid; vastheid; vastigheid; veiligheid; vrijwaring; waardepapier; werkelijkheid; zekerheid; zekerheidstelling

Related Words for "pand":

pandden, panden

Wiktionary Translations for pand:

pand

noun

een gebouw
- pand → fastighet

Cross Translation:

From	To	Via
• pand	→ pant	↔ collateral — security or guarantee
• pand	→ pant	↔ pawn — item sold to a pawn shop
• pand	→ byggnad	↔ Gebäude — ein vom Menschen errichtetes, meist oberirdisches, ortsfestes Konstrukt, das einen oder mehrere Räume enthält
• pand	→ skört	↔ Schoß — der die Hüfte bedeckende Teil der Kleidung

External Machine Translations: