Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. probleem:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for probleem from Dutch to Swedish

probleem:

probleem [het ~] nomen

  1. het probleem (complicatie)
  2. het probleem (hersenbreker; puzzel)
  3. het probleem (kwestie; vraagstuk)
    problem
  4. het probleem (moeilijkheid; narigheid; penarie)
    svårighet
  5. het probleem (opgave; vraagstuk; opgaaf; kwestie; zwaarte)
    problem; uppgift

Translation Matrix for probleem:

NounRelated TranslationsOther Translations
hjärnretare hersenbreker; probleem; puzzel
komplikation complicatie; probleem
lösa korsord hersenbreker; probleem; puzzel
problem kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte beroeringen; geval; knik; kwestie; kwesties; moeilijkheden; narigheden; problematiek; problemen; sores; strubbeling; zaak; zorgen
svårighet ingewikkeldheid; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
tankeställare hersenbreker; probleem; puzzel gedachtenkring
uppgift kwestie; opgaaf; opgave; probleem; vraagstuk; zwaarte arbeid; bevelschrift; consigne; dwangbevel; job; karwei; karweitje; klusje; opdracht; order; taak
- kwestie; moeilijkheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
lösa korsord puzzelen; puzzels oplossen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
tankeställare gedachtig

Related Words for "probleem":


Synonyms for "probleem":


Related Definitions for "probleem":

  1. waar niet meteen een antwoord of een oplossing is1
    • het probleem is: we hebben geen koffie in huis1

Wiktionary Translations for probleem:

probleem
noun
  1. iets dat schade teweegbrengt of de voortgang van iets anders in de weg staat

Cross Translation:
FromToVia
probleem missöde mishap — An accident, mistake, or problem
probleem problem problem — difficulty
probleem problem Problem — eine schwierige, noch ungelöste Aufgabe
probleem problem problèmequestion scientifique à résoudre.