Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. proesten:


Dutch

Detailed Translations for proesten from Dutch to Swedish

proesten:

proesten verb (proest, proestte, proestten, geproest)

  1. proesten (grinniken)
    flina; skrocka; småskratta
    • flina verb (flinar, flinade, flinat)
    • skrocka verb (skrockar, skrockade, skrockat)
    • småskratta verb (småskrattar, småskrattade, småskrattat)
  2. proesten (niezen)
    nysa
    • nysa verb (nyser, nyste, nyst)

Conjugations for proesten:

o.t.t.
  1. proest
  2. proest
  3. proest
  4. proesten
  5. proesten
  6. proesten
o.v.t.
  1. proestte
  2. proestte
  3. proestte
  4. proestten
  5. proestten
  6. proestten
v.t.t.
  1. heb geproest
  2. hebt geproest
  3. heeft geproest
  4. hebben geproest
  5. hebben geproest
  6. hebben geproest
v.v.t.
  1. had geproest
  2. had geproest
  3. had geproest
  4. hadden geproest
  5. hadden geproest
  6. hadden geproest
o.t.t.t.
  1. zal proesten
  2. zult proesten
  3. zal proesten
  4. zullen proesten
  5. zullen proesten
  6. zullen proesten
o.v.t.t.
  1. zou proesten
  2. zou proesten
  3. zou proesten
  4. zouden proesten
  5. zouden proesten
  6. zouden proesten
diversen
  1. proest!
  2. proest!
  3. geproest
  4. proestend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for proesten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flina grinniken; proesten grijnzen; sneren; vals grijnzen
nysa niezen; proesten
skrocka grinniken; proesten fijntjes lachen; ginnegappen; gniffelen; gnuiven; grinniken; klokgeluidjes maken; klokken
småskratta grinniken; proesten fijntjes lachen; gnuiven