Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. raffinement:


Dutch

Detailed Translations for raffinement from Dutch to Swedish

raffinement:

raffinement [het ~] nomen

  1. het raffinement (verfijndheid)
    förbättring; rening; finess; förfining; raffinemang
  2. het raffinement (geraffineerdheid; leepheid)
    slug; listig

Translation Matrix for raffinement:

NounRelated TranslationsOther Translations
finess raffinement; verfijndheid elegance; finesse; verfijning
förbättring raffinement; verfijndheid amenderen; herstelwerk; hervorming; modificeren; nuancering; reformatie; reformatie van de r.-k. kerk; veranderen; verstelling; wijzigen
förfining raffinement; verfijndheid aanfok; aankweek; aankweken; aanplant; cultuur; fok; fokkerij; kweken; reproductie; teelt; verbouw; voortbrenging; voortplanting
listig geraffineerdheid; leepheid; raffinement doortraptheid; gewiekstheid; gladheid; listigheid; sluwheid; snoodheid
raffinemang raffinement; verfijndheid verfijning
rening raffinement; verfijndheid loutering; verfijning
slug geraffineerdheid; leepheid; raffinement
ModifierRelated TranslationsOther Translations
listig arglistig; berekenend; bezwaarlijk; clever; doortrapt; gehaaid; geraffineerd; geslepen; gewiekst; kien; lastig; leep; link; listig; met bezwaren; pienter; schrander; slangachtig; slim; slinks; sluw; snugger; uitgeslapen
slug achterbaks; arglistig; behorende tot de harde kern; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; intelligent; leep; link; listig; pienter; schrander; slinks; sluw; snood; stiekem; uitgekookt; van de harde kern