Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. residentie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for residentie from Dutch to Swedish

residentie:

residentie [de ~ (v)] nomen

  1. de residentie (woning; huis; verblijf; woonhuis; thuis)
    boplats; hem
  2. de residentie (hofstad; woonplaats van vorst)

Translation Matrix for residentie:

NounRelated TranslationsOther Translations
boplats huis; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis
hem huis; residentie; thuis; verblijf; woning; woonhuis huis; optrekje; stulp; verblijf
residensstad hofstad; residentie; woonplaats van vorst

Related Words for "residentie":

  • residenties

Wiktionary Translations for residentie:


Cross Translation:
FromToVia
residentie bostad residence — building used as a home