Summary


Dutch

Detailed Translations for rondje from Dutch to Swedish

rondje:

rondje [het ~] nomen

  1. het rondje (spelletje; beurt)
    skämt; spel; bransch; runda
  2. het rondje (cirkel; kring)
    cirkel
  3. het rondje (ringetje)
    ring; cirkel; rundel; liten ring
  4. het rondje (ronde; omgang)
    rund
  5. het rondje (zijn ronde doen; omgang; toer; rondgang)

Translation Matrix for rondje:

NounRelated TranslationsOther Translations
bransch beurt; rondje; spelletje bedrijfstak; bedrijfstak verticaal; branche; economische sector; verticaal
cirkel cirkel; kring; ringetje; rondje bond; cirkel; cirkelvorm; club; gilde; kring; kringel; kringvormig; orde; organisatie; societiet; soos; unie; vereniging
gå på en runda omgang; rondgang; rondje; toer; zijn ronde doen
liten ring ringetje; rondje cirkeltje; kringel; kringetje
ring ringetje; rondje cirkel; kring; kringel; kringvormig
rund omgang; ronde; rondje omgang; ronde doen
runda beurt; rondje; spelletje ronden
rundel ringetje; rondje
skämt beurt; rondje; spelletje aardigheid; bak; canard; farce; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grapjes; grappenmakerij; grol; kluchten; kwinkslag; lol; lolletje; lolletjes; mop; moppen; plezier; pretje; scherts; schertsen; schertsvertoning
spel beurt; rondje; spelletje Gambling; concours; game; matches; partij; partijtje; pot; potje; set; spel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
rund bol; bolvormig; kogelvormig; poezelig; ringvormig; rondachtig
runda bol; bolstaand; verloop

Related Words for "rondje":

  • rondjes