Dutch
Detailed Translations for rondsnuffelen from Dutch to Swedish
rondsnuffelen:
-
rondsnuffelen (rondneuzen; rondkijken; struinen; om zich heen kijken; rondscharrelen)
Conjugations for rondsnuffelen:
o.t.t.
- snuffel rond
- snuffelt rond
- snuffelt rond
- snuffelen rond
- snuffelen rond
- snuffelen rond
o.v.t.
- snuffelde rond
- snuffelde rond
- snuffelde rond
- snuffelden rond
- snuffelden rond
- snuffelden rond
v.t.t.
- heb rondgesnuffeld
- hebt rondgesnuffeld
- heeft rondgesnuffeld
- hebben rondgesnuffeld
- hebben rondgesnuffeld
- hebben rondgesnuffeld
v.v.t.
- had rondgesnuffeld
- had rondgesnuffeld
- had rondgesnuffeld
- hadden rondgesnuffeld
- hadden rondgesnuffeld
- hadden rondgesnuffeld
o.t.t.t.
- zal rondsnuffelen
- zult rondsnuffelen
- zal rondsnuffelen
- zullen rondsnuffelen
- zullen rondsnuffelen
- zullen rondsnuffelen
o.v.t.t.
- zou rondsnuffelen
- zou rondsnuffelen
- zou rondsnuffelen
- zouden rondsnuffelen
- zouden rondsnuffelen
- zouden rondsnuffelen
diversen
- snuffel rond!
- snuffelt rond!
- rondgesnuffeld
- rondsnuffelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rondsnuffelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
kolla runt | om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen | |
leta runt | om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen | |
nosa omkring | om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen | |
snoka omkring | om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen |