Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. rooien:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rooi from Dutch to Swedish

rooien:

rooien verb (rooi, rooit, rooide, rooiden, gerooid)

  1. rooien
    gräva upp
    • gräva upp verb (gräver upp, grävde upp, grävt upp)

Conjugations for rooien:

o.t.t.
  1. rooi
  2. rooit
  3. rooit
  4. rooien
  5. rooien
  6. rooien
o.v.t.
  1. rooide
  2. rooide
  3. rooide
  4. rooiden
  5. rooiden
  6. rooiden
v.t.t.
  1. heb gerooid
  2. hebt gerooid
  3. heeft gerooid
  4. hebben gerooid
  5. hebben gerooid
  6. hebben gerooid
v.v.t.
  1. had gerooid
  2. had gerooid
  3. had gerooid
  4. hadden gerooid
  5. hadden gerooid
  6. hadden gerooid
o.t.t.t.
  1. zal rooien
  2. zult rooien
  3. zal rooien
  4. zullen rooien
  5. zullen rooien
  6. zullen rooien
o.v.t.t.
  1. zou rooien
  2. zou rooien
  3. zou rooien
  4. zouden rooien
  5. zouden rooien
  6. zouden rooien
diversen
  1. rooi!
  2. rooit!
  3. gerooid
  4. rooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rooien:

VerbRelated TranslationsOther Translations
gräva upp rooien afgraven; graven; opdelven; opduikelen; opgraven; opscharrelen; opsnorren; scheppen; uitgraven

Related Definitions for "rooien":

  1. het gewas uit de grond trekken1
    • de aardappels worden gerooid1
  2. het redden, het samen klaarspelen1
    • wij rooien het samen wel1

Wiktionary Translations for rooien:


Cross Translation:
FromToVia
rooien kalhugga abholzen — ein Gebiet, einen Landstrich kahl schlagen
rooien hugga (ned); avverka abholzen — Bäume in einem Wald, Forst oder Hain fällen
rooien slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka abattre — Traductions à trier suivant le sens
rooien röjning essartage — Action d'essarter.