Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. schilder:
  2. schilderen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schilder from Dutch to Swedish

schilder:

schilder [de ~ (m)] nomen

  1. de schilder (huisschilder; verver; huisschilderes)
    målare

Translation Matrix for schilder:

NounRelated TranslationsOther Translations
målare huisschilder; huisschilderes; schilder; verver behanger; fijnschilder; huisschilders; kunstschilder; schilderes; schilders; ververs

Related Words for "schilder":


Wiktionary Translations for schilder:

schilder
noun
  1. een kunstenaar die geschilderde afbeeldingen maakt

Cross Translation:
FromToVia
schilder konstnär; målare MalerKünstler, der Bilder malen
schilder målare MalerHandwerker, der beispielsweise Wand streichen
schilder målare; konstnär painter — artist
schilder målare painter — laborer
schilder målare; skildrare peintreartiste utilisant la peinture pour son art.

schilder form of schilderen:

schilderen verb (schilder, schildert, schilderde, schilderden, geschilderd)

  1. schilderen (portretteren; tekenen; afbeelden)
    måla av; avbilda; porträttera
    • måla av verb (målar av, målade av, målat av)
    • avbilda verb (avbildar, avbildade, avbildat)
    • porträttera verb (porträtterar, porträtterade, porträtterat)
  2. schilderen (verven; lakken; beschilderen)
    färga; måla; tona
    • färga verb (färgar, färgade, färgat)
    • måla verb (målar, målade, målat)
    • tona verb (tonar, tonade, tonat)

Conjugations for schilderen:

o.t.t.
  1. schilder
  2. schildert
  3. schildert
  4. schilderen
  5. schilderen
  6. schilderen
o.v.t.
  1. schilderde
  2. schilderde
  3. schilderde
  4. schilderden
  5. schilderden
  6. schilderden
v.t.t.
  1. heb geschilderd
  2. hebt geschilderd
  3. heeft geschilderd
  4. hebben geschilderd
  5. hebben geschilderd
  6. hebben geschilderd
v.v.t.
  1. had geschilderd
  2. had geschilderd
  3. had geschilderd
  4. hadden geschilderd
  5. hadden geschilderd
  6. hadden geschilderd
o.t.t.t.
  1. zal schilderen
  2. zult schilderen
  3. zal schilderen
  4. zullen schilderen
  5. zullen schilderen
  6. zullen schilderen
o.v.t.t.
  1. zou schilderen
  2. zou schilderen
  3. zou schilderen
  4. zouden schilderen
  5. zouden schilderen
  6. zouden schilderen
en verder
  1. ben geschilderd
  2. bent geschilderd
  3. is geschilderd
  4. zijn geschilderd
  5. zijn geschilderd
  6. zijn geschilderd
diversen
  1. schilder!
  2. schildert!
  3. geschilderd
  4. schilderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schilderen [znw.] nomen

  1. schilderen
    tavla

Translation Matrix for schilderen:

NounRelated TranslationsOther Translations
måla beschilderen
tavla schilderen doek; het verven; plaatje; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau; verven
VerbRelated TranslationsOther Translations
avbilda afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen afschilderen; doen lijken; dupliceren; uitschilderen
färga beschilderen; lakken; schilderen; verven inkleuren
måla beschilderen; lakken; schilderen; verven inkleuren
måla av afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen
porträttera afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
tona beschilderen; lakken; schilderen; verven kleuren; tinten

Related Words for "schilderen":


Related Definitions for "schilderen":

  1. met verf bedekken1
    • ik heb de schutting geschilderd1
  2. met verf een voorstelling maken1
    • hij heeft een landschap geschilderd1

Wiktionary Translations for schilderen:


Cross Translation:
FromToVia
schilderen måla paint — practise the art of painting pictures
schilderen måleri; målning painting — the action of applying paint
schilderen måleri painting — artistic application of paint
schilderen beskriva; framställa; karakterisera; måla; skildra; forma; skapa; trycka zeichnen(transitiv); im übertragenen Sinne: schildern; (in literarischen Darbietungen und Texten) Figuren, Charaktere mittels Zeichen, Sprachstil, Gesten, in Haltung und Miene interagierend handeln lassen
schilderen måla dépeindredécrire et représenter par le discours.
schilderen måla peindreenduire ou couvrir de peinture, de couleur ou de pigments.