Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. slagvaardigheid:
  2. slagvaardig:


Dutch

Detailed Translations for slagvaardigheid from Dutch to Swedish

slagvaardigheid:

slagvaardigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de slagvaardigheid

Translation Matrix for slagvaardigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
kvicktänkthet slagvaardigheid
slagfärdighet slagvaardigheid adremheid; bijdehandheid; gevatheid; snedigheid
snarfyndighet slagvaardigheid

Related Words for "slagvaardigheid":


slagvaardigheid form of slagvaardig:

slagvaardig adj

  1. slagvaardig (ad rem; wakker)
    vaket; vaken

Translation Matrix for slagvaardig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
vaken ad rem; slagvaardig; wakker alert; hoede; oplettend; paraat; uitgeslapen; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker
vaket ad rem; slagvaardig; wakker alert; hoede; oplettend; paraat; uitgeslapen; voorzichtig; waaks; waakzaam; wakend; wakker

Related Words for "slagvaardig":

  • slagvaardigheid, slagvaardiger, slagvaardigere, slagvaardigst, slagvaardigste, slagvaardige