Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. staatsie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for staatsie from Dutch to Swedish

staatsie:

staatsie [de ~ (v)] nomen

  1. de staatsie (vertoning; opvoering; voorstelling; show; parade)
    uppvisning; spektakel; show; demonstration
  2. de staatsie (plechtige optocht)
    ceremoni
  3. de staatsie (processie; stoet)
    procession; tåg

Translation Matrix for staatsie:

NounRelated TranslationsOther Translations
ceremoni plechtige optocht; staatsie ceremonie; feest; feestelijkheid; festiviteit; omhaal; plechtigheid; plichtpleging; ritus; viering
demonstration opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling actie; betoging; demonstratie; manifestatie; protestbijeenkomst; publieke betoging; tonen; vertoon; voordoen
procession processie; staatsie; stoet optocht; stoet
show opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling happening; performance; show; voorstelling
spektakel opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling schouwspel; spektakel; uitslover
tåg processie; staatsie; stoet kabel; kabeltouw; scheepskabel; sleep; spoortrein; trein; treinen; treinstel; treinstellen
uppvisning opvoering; parade; show; staatsie; vertoning; voorstelling betoging; bluffer; demonstratie; etalering; happening; opschepper; patser; performance; pocher; show; uiterlijk vertoon; uitslover; voorstelling

Related Words for "staatsie":

  • staatsies

Wiktionary Translations for staatsie:


Cross Translation:
FromToVia
staatsie ståt; prakt; pompa GeprängePrunk, Prachtentfaltung