Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stallen:


Dutch

Detailed Translations for stallend from Dutch to Swedish

stallend form of stallen:

stallen verb (stal, stalt, stalde, stalden, gestald)

  1. stallen
    förvara; lagra
    • förvara verb (förvarar, förvarade, förvarat)
    • lagra verb (lagrar, lagrade, lagrat)

Conjugations for stallen:

o.t.t.
  1. stal
  2. stalt
  3. stalt
  4. stalen
  5. stalen
  6. stalen
o.v.t.
  1. stalde
  2. stalde
  3. stalde
  4. stalden
  5. stalden
  6. stalden
v.t.t.
  1. heb gestald
  2. hebt gestald
  3. heeft gestald
  4. hebben gestald
  5. hebben gestald
  6. hebben gestald
v.v.t.
  1. had gestald
  2. had gestald
  3. had gestald
  4. hadden gestald
  5. hadden gestald
  6. hadden gestald
o.t.t.t.
  1. zal stallen
  2. zult stallen
  3. zal stallen
  4. zullen stallen
  5. zullen stallen
  6. zullen stallen
o.v.t.t.
  1. zou stallen
  2. zou stallen
  3. zou stallen
  4. zouden stallen
  5. zouden stallen
  6. zouden stallen
en verder
  1. ben gestald
  2. bent gestald
  3. is gestald
  4. zijn gestald
  5. zijn gestald
  6. zijn gestald
diversen
  1. stal!
  2. stalt!
  3. gestald
  4. stallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stallen [de ~] nomen, plural

  1. de stallen

Translation Matrix for stallen:

NounRelated TranslationsOther Translations
stallar stallen
VerbRelated TranslationsOther Translations
förvara stallen archiveren; behouden; bewaren; conserveren; opbergen; opslaan
lagra stallen bewaren; deponeren; opslaan; opzij leggen; wegzetten

Related Words for "stallen":