Dutch

Detailed Translations for status from Dutch to Swedish

status:

status [de ~ (m)] nomen

  1. de status (prestige; aanzien; achtbaarheid)
    status; anseende; prestige
  2. de status
    tillstånd; status
  3. de status
    hälsa
  4. de status (betalingsstatus)
  5. de status (beschikbaarheid; online status)
  6. de status (goedkeuringsstatus)

Translation Matrix for status:

NounRelated TranslationsOther Translations
anseende aanzien; achtbaarheid; prestige; status aangezicht; aanzien; achting; faam; gelaat; gezicht; naam; niveau; reputatie; roep
hälsa status gezondheid; saluutschot; welzijn
prestige aanzien; achtbaarheid; prestige; status
status aanzien; achtbaarheid; beschikbaarheid; betalingsstatus; goedkeuringsstatus; online status; prestige; status recordstatus
tillgänglighet beschikbaarheid; online status; status beschikbaarheid; beschikking; toegankelijkheid
tillstånd status akkoord; conditie; entreebiljet; geleidebiljet; gesteldheden; goedkeuring; instemming; kaart; kaartje; plaatsbewijs; sanctie; staat; ticket; toegangsbewijs; toestand; toestanden; vergunning
VerbRelated TranslationsOther Translations
hälsa begroeten; gedag zeggen; groeten; salueren
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
betalningsstatus betalingsstatus; status
godkännandestatus goedkeuringsstatus; status
onlinestatus beschikbaarheid; online status; status

Related Words for "status":

  • statussen

Wiktionary Translations for status:


Cross Translation:
FromToVia
status form; tillstånd shape — status or condition
status status status — a person’s position or standing relative to that of others