Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate stekken

Translate stekken from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

stekken:
- urklipp; klippningar
- sticka plantor; inplantera
stek:
- gömmplats; urklipp; stickling
Wiktionary:
- stekken → ställ, sätt, placera
- stek → fiskevatten

Dutch

Detailed Translations for stekken from Dutch to Swedish

stekken:

stekken [de ~] nomen, plural

de stekken (scheuten; spruiten; schoten)
urklipp; klippningar
- urklipp [-ett] nomen
- klippningar nomen

stekken verb (stek, stekt, stekte, stekten, gestekt)

stekken
sticka plantor; inplantera
- sticka plantor verb (sticker plantor, stack plantor, stuckit plantor)
- inplantera verb (inplanterar, inplanterade, inplanterat)

Conjugations for stekken:

o.t.t.

stek
stekt
stekt
stekken
stekken
stekken

o.v.t.

stekte
stekte
stekte
stekten
stekten
stekten

v.t.t.

heb gestekt
hebt gestekt
heeft gestekt
hebben gestekt
hebben gestekt
hebben gestekt

v.v.t.

had gestekt
had gestekt
had gestekt
hadden gestekt
hadden gestekt
hadden gestekt

o.t.t.t.

zal stekken
zult stekken
zal stekken
zullen stekken
zullen stekken
zullen stekken

o.v.t.t.

zou stekken
zou stekken
zou stekken
zouden stekken
zouden stekken
zouden stekken

en verder

ben gestekt
bent gestekt
is gestekt
zijn gestekt
zijn gestekt
zijn gestekt

diversen

stek!
stekt!
gestekt
stekkend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stekken:

Noun	Related Translations	Other Translations
klippningar	scheuten; schoten; spruiten; stekken	doorsneden; doorsnedes; doorsnijdingen; snoei
urklipp	scheuten; schoten; spruiten; stekken	jonge plant; knipsel; knipsels; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; uitknipsel
Verb	Related Translations	Other Translations
inplantera	stekken	implanteren; in de grond zetten; inplanten; planten; poten
sticka plantor	stekken

Related Words for "stekken":

stek

Wiktionary Translations for stekken:

Cross Translation:

From	To	Via
• stekken	→ ställ; sätt; placera	↔ stick — to place, set down quickly

stek:

stek [de ~ (m)] nomen

de stek (schuilplaats; toevluchtsoord; toevlucht; schuilkelder; schuilhoek; wijkplaats)
gömmplats
- gömmplats nomen
de stek (plantestekje; spruit; scheut; jonge plant; schoot)
urklipp; stickling
- urklipp [-ett] nomen
- stickling [-en] nomen

Translation Matrix for stek:

Noun	Related Translations	Other Translations
gömmplats	schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; toevlucht; toevluchtsoord; wijkplaats
stickling	jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek	loot; scheut; spruit; stekje
urklipp	jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek	knipsel; knipsels; scheuten; schoten; spruiten; stekken; uitknipsel

Related Words for "stek":

stekken, steken, stekje

Wiktionary Translations for stek:

Cross Translation:

From	To	Via
• stek	→ fiskevatten	↔ fishing — place for catching fish