Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stelt:
  2. stellen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stelt from Dutch to Swedish

stelt:

stelt [de ~] nomen

  1. de stelt
    stylta
  2. de stelt (houten been)
    träben

Translation Matrix for stelt:

NounRelated TranslationsOther Translations
stylta stelt
träben houten been; stelt

Related Words for "stelt":


Wiktionary Translations for stelt:


Cross Translation:
FromToVia
stelt stylta échasse — Pieu de marche (1)

stelt form of stellen:

stellen verb (stel, stelt, stelde, stelden, gesteld)

  1. stellen (poneren; naar voren brengen; opperen)
    anta; förutsätta; postulera
    • anta verb (antar, antog, antagit)
    • förutsätta verb (förutsätter, förutsatte, förutsatt)
    • postulera verb (postulerar, postulerade, postulerat)
  2. stellen (pretenderen; beweren; verklaren; voorgeven)
    låtsas
    • låtsas verb (låtsar, låtsade, låtsat)

Conjugations for stellen:

o.t.t.
  1. stel
  2. stelt
  3. stelt
  4. stellen
  5. stellen
  6. stellen
o.v.t.
  1. stelde
  2. stelde
  3. stelde
  4. stelden
  5. stelden
  6. stelden
v.t.t.
  1. heb gesteld
  2. hebt gesteld
  3. heeft gesteld
  4. hebben gesteld
  5. hebben gesteld
  6. hebben gesteld
v.v.t.
  1. had gesteld
  2. had gesteld
  3. had gesteld
  4. hadden gesteld
  5. hadden gesteld
  6. hadden gesteld
o.t.t.t.
  1. zal stellen
  2. zult stellen
  3. zal stellen
  4. zullen stellen
  5. zullen stellen
  6. zullen stellen
o.v.t.t.
  1. zou stellen
  2. zou stellen
  3. zou stellen
  4. zouden stellen
  5. zouden stellen
  6. zouden stellen
en verder
  1. ben gesteld
  2. bent gesteld
  3. is gesteld
  4. zijn gesteld
  5. zijn gesteld
  6. zijn gesteld
diversen
  1. stel!
  2. stelt!
  3. gesteld
  4. stellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

stellen [het ~] nomen

  1. het stellen (poneren)
    antagande

Translation Matrix for stellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
antagande poneren; stellen conditie; eis; onderstelling; toe-eigening; vereiste; veronderstelling; voorgevoel; voorwaarde
VerbRelated TranslationsOther Translations
anta naar voren brengen; opperen; poneren; stellen aannemen; uitgaan van; veronderstellen
förutsätta naar voren brengen; opperen; poneren; stellen
låtsas beweren; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven fingeren; huichelen; simuleren; veinzen; voorwenden
postulera naar voren brengen; opperen; poneren; stellen
- beweren

Related Words for "stellen":


Synonyms for "stellen":


Antonyms for "stellen":


Related Definitions for "stellen":

  1. zeggen dat het zo is1
    • hij stelde dat de zon om de maan draait1
  2. bepalen1
    • ze stellen er wel voorwaarden aan1
  3. er genoegen mee nemen1
    • je moet het een week zonder mijn hulp stellen1
  4. het aannemen1
    • stel, dat je morgen weg mag1
  5. het of hem plaatsen1
    • je stelt me voor een groot probleem1

Wiktionary Translations for stellen:


Cross Translation:
FromToVia
stellen sätta; ställa; lägga; he; placera put — to place something somewhere
stellen använda; begagna; bruka; lägga; ställa; sätta appliquermettre une chose sur une autre, soit pour qu’elle y demeure adhérente, être pour qu’elle y laisser une empreinte, soit simplement pour qu’elle y toucher.
stellen lägga; ställa; sätta mettreplacer une personne, ou un animal, ou une chose dans un lieu déterminé.
stellen lägga; ställa; sätta; bygga; inreda; inställa; göra poserplacer, mettre sur quelque chose.
stellen anta supposer — Poser une chose pour établie (sens général)