Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. stuiven:


Dutch

Detailed Translations for stuiven from Dutch to Swedish

stuiven:

stuiven verb (stuif, stuift, stoof, stoven, gestoven)

  1. stuiven
    flyga omkring
    • flyga omkring verb (flyger omkring, flög omkring, flugit omkring)

Conjugations for stuiven:

o.t.t.
  1. stuif
  2. stuift
  3. stuift
  4. stuiven
  5. stuiven
  6. stuiven
o.v.t.
  1. stoof
  2. stoof
  3. stoof
  4. stoven
  5. stoven
  6. stoven
v.t.t.
  1. heb gestoven
  2. hebt gestoven
  3. heeft gestoven
  4. hebben gestoven
  5. hebben gestoven
  6. hebben gestoven
v.v.t.
  1. had gestoven
  2. had gestoven
  3. had gestoven
  4. hadden gestoven
  5. hadden gestoven
  6. hadden gestoven
o.t.t.t.
  1. zal stuiven
  2. zult stuiven
  3. zal stuiven
  4. zullen stuiven
  5. zullen stuiven
  6. zullen stuiven
o.v.t.t.
  1. zou stuiven
  2. zou stuiven
  3. zou stuiven
  4. zouden stuiven
  5. zouden stuiven
  6. zouden stuiven
en verder
  1. ben gestoven
  2. bent gestoven
  3. is gestoven
  4. zijn gestoven
  5. zijn gestoven
  6. zijn gestoven
diversen
  1. stuif!
  2. stuift!
  3. gestoven
  4. stuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stuiven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flyga omkring stuiven

Related Translations for stuiven