Dutch

Detailed Translations for toestoten from Dutch to Swedish

toestoten:

toestoten verb (stoot toe, stootte toe, stootten toe, toegestoten)

  1. toestoten (toesteken)
    driva på någon; knuffa till någon; pressa sig in i; puffa på någon
    • driva på någon verb (driver på någon, drev på någon, drivit på någon)
    • knuffa till någon verb (knuffar till någon, knuffade till någon, knuffat till någon)
    • pressa sig in i verb (pressar sig in i, pressade sig in i, pressat sig in i)
    • puffa på någon verb (puffar på någon, puffade på någon, puffat på någon)

Conjugations for toestoten:

o.t.t.
  1. stoot toe
  2. stoot toe
  3. stoot toe
  4. stooten toe
  5. stooten toe
  6. stooten toe
o.v.t.
  1. stootte toe
  2. stootte toe
  3. stootte toe
  4. stootten toe
  5. stootten toe
  6. stootten toe
v.t.t.
  1. heb toegestoten
  2. hebt toegestoten
  3. heeft toegestoten
  4. hebben toegestoten
  5. hebben toegestoten
  6. hebben toegestoten
v.v.t.
  1. had toegestoten
  2. had toegestoten
  3. had toegestoten
  4. hadden toegestoten
  5. hadden toegestoten
  6. hadden toegestoten
o.t.t.t.
  1. zal toestoten
  2. zult toestoten
  3. zal toestoten
  4. zullen toestoten
  5. zullen toestoten
  6. zullen toestoten
o.v.t.t.
  1. zou toestoten
  2. zou toestoten
  3. zou toestoten
  4. zouden toestoten
  5. zouden toestoten
  6. zouden toestoten
en verder
  1. ben toegestoten
  2. bent toegestoten
  3. is toegestoten
  4. zijn toegestoten
  5. zijn toegestoten
  6. zijn toegestoten
diversen
  1. stoot toe!
  2. stoott toe!
  3. toegestoten
  4. toestotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for toestoten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
driva på någon toesteken; toestoten
knuffa till någon toesteken; toestoten
pressa sig in i toesteken; toestoten
puffa på någon toesteken; toestoten