Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. troebelheid:
  2. troebel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for troebelheid from Dutch to Swedish

troebelheid:

troebelheid [de ~ (v)] nomen

  1. de troebelheid
    förvirring; grumlighet

Translation Matrix for troebelheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
förvirring troebelheid chaos; heksenketel; keet; luidruchtigheid; onthutsing; perplexheid; puinhoop; regelloosheid; verdwaasdheid; versteldheid; verwardheid; verwarring; wanorde; wanordelijkheid; zootje
grumlighet troebelheid drabbigheid

Related Words for "troebelheid":


troebel:


Translation Matrix for troebel:

NounRelated TranslationsOther Translations
lerig drek; prut; smurrie
ModifierRelated TranslationsOther Translations
bekymrad drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig kommervol; vol zorgen
bekymrat drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig
dimmig beneveld; troebel; wazig heiig; mistig; nevelachtig; nevelig; onhelder; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
dimmigt beneveld; troebel; wazig flauw; heiig; mistig; nevelachtig; nevelig; niet helder; onduidelijk; onhelder; vaag; vaag zichtbaar; vagelijk; vervaagd; wazig; weggezakt in het geheugen
disig beneveld; troebel; wazig dampvormig
disigt beneveld; troebel; wazig dampvormig; heiig; vaag; vaag zichtbaar; wazig
lerig drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig lemen
lerigt drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig grondachtig; kleiachtig; leemachtig; lemen
oklar niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag niet helder; onduidelijk; vaag; vaag zichtbaar; wazig
oklart niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag niet helder; onduidelijk; vaag; vaag zichtbaar; voos; wazig
oroat drabbig; onzuiver; troebel; troebelachtig vervaard
otydligt niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag donker; dubieus; duister; glibberig; niet helder; obscuur; onduidelijk; onguur; vaag; verdacht; vervaagd; voos; weggezakt in het geheugen; wollig
suddig niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; troebel; vaag
suddigt beneveld; troebel; wazig vervaagd; weggezakt in het geheugen

Related Words for "troebel":


Wiktionary Translations for troebel:


Cross Translation:
FromToVia
troebel oklar touffu — Qui est en touffe, qui est épais, bien garnir.