Dutch
Detailed Translations for uithongeren from Dutch to Swedish
uithongeren:
-
uithongeren (honger lijden; verhongeren; hongeren)
Conjugations for uithongeren:
o.t.t.
- honger uit
- hongert uit
- hongert uit
- hongeren uit
- hongeren uit
- hongeren uit
o.v.t.
- hongerde uit
- hongerde uit
- hongerde uit
- hongerden uit
- hongerden uit
- hongerden uit
v.t.t.
- ben uitgehongerd
- bent uitgehongerd
- is uitgehongerd
- zijn uitgehongerd
- zijn uitgehongerd
- zijn uitgehongerd
v.v.t.
- was uitgehongerd
- was uitgehongerd
- was uitgehongerd
- waren uitgehongerd
- waren uitgehongerd
- waren uitgehongerd
o.t.t.t.
- zal uithongeren
- zult uithongeren
- zal uithongeren
- zullen uithongeren
- zullen uithongeren
- zullen uithongeren
o.v.t.t.
- zou uithongeren
- zou uithongeren
- zou uithongeren
- zouden uithongeren
- zouden uithongeren
- zouden uithongeren
diversen
- honger uit!
- hongert uit!
- uitgehongerd
- uithongerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uithongeren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
hungra | honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren | honger hebben; rammelen; verdorsten |
svälta | honger lijden; hongeren; uithongeren; verhongeren | honger hebben; hongeren; hongerlijden; rammelen; verhongeren; verrekken |
Wiktionary Translations for uithongeren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uithongeren | → svälta | ↔ starve — to deprive of nourishment |