Dutch
Detailed Translations for verdrukken from Dutch to Swedish
verdrukken:
-
verdrukken
Conjugations for verdrukken:
o.t.t.
- verdruk
- verdrukt
- verdrukt
- verdrukken
- verdrukken
- verdrukken
o.v.t.
- verdrukte
- verdrukte
- verdrukte
- verdrukten
- verdrukten
- verdrukten
v.t.t.
- heb verdrukt
- hebt verdrukt
- heeft verdrukt
- hebben verdrukt
- hebben verdrukt
- hebben verdrukt
v.v.t.
- had verdrukt
- had verdrukt
- had verdrukt
- hadden verdrukt
- hadden verdrukt
- hadden verdrukt
o.t.t.t.
- zal verdrukken
- zult verdrukken
- zal verdrukken
- zullen verdrukken
- zullen verdrukken
- zullen verdrukken
o.v.t.t.
- zou verdrukken
- zou verdrukken
- zou verdrukken
- zouden verdrukken
- zouden verdrukken
- zouden verdrukken
diversen
- verdruk!
- verdrukt!
- verdrukt
- verdrukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verdrukken:
Verb | Related Translations | Other Translations |
förtrycka | verdrukken | |
undertrycka | verdrukken | achterhouden; bedwingen; bemantelen; beteugelen; de kop indrukken; in bedwang houden; onderdrukken; ophopen; opkroppen; opstapelen; terughouden; verbergen; verduisteren; verheimelijken; verhullen; versluieren; verstoppen |