Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. verdwenen:
  2. verdwijnen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verdwenen from Dutch to Swedish

verdwenen:

verdwenen adj

  1. verdwenen (foetsie; weg)

Translation Matrix for verdwenen:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
försvunnen foetsie; verdwenen; weg loos; met de noorderzon vertrokken; zoekgeraakt
försvunnet foetsie; verdwenen; weg loos; zoekgeraakt

verdwijnen:

verdwijnen verb (verdwijn, verdwijnt, verdween, verdwenen, verdwenen)

  1. verdwijnen
    försvinna
    • försvinna verb (försvinnar, försvinnade, försvinnat)
  2. verdwijnen (afreizen; verlaten; wegtrekken; heengaan; wegreizen)
    avresa
    • avresa verb (avreser, avreste, avrest)

Conjugations for verdwijnen:

o.t.t.
  1. verdwijn
  2. verdwijnt
  3. verdwijnt
  4. verdwijnen
  5. verdwijnen
  6. verdwijnen
o.v.t.
  1. verdween
  2. verdween
  3. verdween
  4. verdwenen
  5. verdwenen
  6. verdwenen
v.t.t.
  1. ben verdwenen
  2. bent verdwenen
  3. is verdwenen
  4. zijn verdwenen
  5. zijn verdwenen
  6. zijn verdwenen
v.v.t.
  1. was verdwenen
  2. was verdwenen
  3. was verdwenen
  4. waren verdwenen
  5. waren verdwenen
  6. waren verdwenen
o.t.t.t.
  1. zal verdwijnen
  2. zult verdwijnen
  3. zal verdwijnen
  4. zullen verdwijnen
  5. zullen verdwijnen
  6. zullen verdwijnen
o.v.t.t.
  1. zou verdwijnen
  2. zou verdwijnen
  3. zou verdwijnen
  4. zouden verdwijnen
  5. zouden verdwijnen
  6. zouden verdwijnen
diversen
  1. verdwijn!
  2. verdwijnt!
  3. verdwenen
  4. verdwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verdwijnen [znw.] nomen

  1. verdwijnen (verdwijning)

Translation Matrix for verdwijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
avresa afreis; vertrek
försvinnande verdwijnen; verdwijning
VerbRelated TranslationsOther Translations
avresa afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afsteken; afvaren; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; vertrekken; weggaan; wegvaren
försvinna verdwijnen bekijken; dood kunnen vallen; er tussenuit knijpen; er vandoor gaan; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; vervluchtigen; wegslinken; zoekraken
- overgaan

Synonyms for "verdwijnen":


Antonyms for "verdwijnen":


Related Definitions for "verdwijnen":

  1. voorbij gaan1
    • de pijn is verdwenen1
  2. onzichtbaar worden door weg te gaan1
    • toen ik thuiskwam was hij verdwenen1

Wiktionary Translations for verdwijnen:


Cross Translation:
FromToVia
verdwijnen försvinna disappear — to vanish
verdwijnen försvinna go — to disappear (jump)
verdwijnen försvinna vanish — become invisible or to move out of view unnoticed
verdwijnen försvinna verschwinden — aufhören zu existieren, sich in Nichts auflösen
verdwijnen försvinna verschwinden — den wahrnehmbaren Bereich verlassen
verdwijnen försvinna verschwinden — verloren gehen