Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vergankelijkheid:
  2. vergankelijk:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vergankelijkheid from Dutch to Swedish

vergankelijkheid:

vergankelijkheid [de ~ (v)] nomen

  1. de vergankelijkheid (vluchtigheid)

Translation Matrix for vergankelijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
förgänglighet vergankelijkheid; vluchtigheid
obeständighet vergankelijkheid; vluchtigheid onbestendigheid; veranderlijkheid; wisselvalligheid

Related Words for "vergankelijkheid":


vergankelijk:


Translation Matrix for vergankelijk:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
förgänglig eindig; vergankelijk; voorbijgaand
förgängligt eindig; vergankelijk; voorbijgaand
lättförstörbar eindig; vergankelijk; voorbijgaand
lättförstörbart eindig; vergankelijk; voorbijgaand
ömtåligt eindig; vergankelijk; voorbijgaand angstig voor pijn; bleekjes; breekbaar; broos; delicaat; fijn; fijn van smaak; fijngevoelig; fijnzinnig; fragiel; frèle; iel; kleinzerig; kwetsbaar; pips; slap; slapjes; teder; teer; teerbesnaard; teergevoelig; tenger; wee; ziekelijk; zwak

Related Words for "vergankelijk":


Wiktionary Translations for vergankelijk:


Cross Translation:
FromToVia
vergankelijk flyktig; efemär; förgänglig ephemeral — lasting for a short period of time
vergankelijk efemär ephemer — nur für kurze Zeit bestehend, flüchtig, ohne bleibende Bedeutung
vergankelijk förgänglig périssable — Qui ne durer pas.