Dutch
Detailed Translations for verhevigen from Dutch to Swedish
verhevigen:
-
verhevigen (intensiveren; versterken; aanscherpen; toespitsen)
Conjugations for verhevigen:
o.t.t.
- verhevig
- verhevigt
- verhevigt
- verhevigen
- verhevigen
- verhevigen
o.v.t.
- verhevigde
- verhevigde
- verhevigde
- verhevigden
- verhevigden
- verhevigden
v.t.t.
- heb verhevigd
- hebt verhevigd
- heeft verhevigd
- hebben verhevigd
- hebben verhevigd
- hebben verhevigd
v.v.t.
- had verhevigd
- had verhevigd
- had verhevigd
- hadden verhevigd
- hadden verhevigd
- hadden verhevigd
o.t.t.t.
- zal verhevigen
- zult verhevigen
- zal verhevigen
- zullen verhevigen
- zullen verhevigen
- zullen verhevigen
o.v.t.t.
- zou verhevigen
- zou verhevigen
- zou verhevigen
- zouden verhevigen
- zouden verhevigen
- zouden verhevigen
diversen
- verhevig!
- verhevigt!
- verhevigd
- verhevigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for verhevigen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
fördjupa | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | uitdiepen; verdiepen |
förstärka | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | sterker maken |
intensifiera | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | |
stärka | aanscherpen; intensiveren; toespitsen; verhevigen; versterken | consolideren; sterker maken; stijf maken; stijven; verstevigen |