Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vermommen:


Dutch

Detailed Translations for vermommen from Dutch to Swedish

vermommen:

vermommen verb (vermom, vermomt, vermomde, vermomden, vermomd)

  1. vermommen (verkleden)
    förkläda sig
    • förkläda sig verb (förkläder sig, förklädde sig, förklätt sig)

Conjugations for vermommen:

o.t.t.
  1. vermom
  2. vermomt
  3. vermomt
  4. vermommen
  5. vermommen
  6. vermommen
o.v.t.
  1. vermomde
  2. vermomde
  3. vermomde
  4. vermomden
  5. vermomden
  6. vermomden
v.t.t.
  1. heb vermomd
  2. hebt vermomd
  3. heeft vermomd
  4. hebben vermomd
  5. hebben vermomd
  6. hebben vermomd
v.v.t.
  1. had vermomd
  2. had vermomd
  3. had vermomd
  4. hadden vermomd
  5. hadden vermomd
  6. hadden vermomd
o.t.t.t.
  1. zal vermommen
  2. zult vermommen
  3. zal vermommen
  4. zullen vermommen
  5. zullen vermommen
  6. zullen vermommen
o.v.t.t.
  1. zou vermommen
  2. zou vermommen
  3. zou vermommen
  4. zouden vermommen
  5. zouden vermommen
  6. zouden vermommen
diversen
  1. vermom!
  2. vermomt!
  3. vermomd
  4. vermommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vermommen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
förkläda sig verkleden; vermommen
- verkleden

Synonyms for "vermommen":


Related Definitions for "vermommen":

  1. voor de lol leuke gekke kleren aantrekken1
    • de directeur had zich vermomd als werkster1