Dutch
Detailed Translations for vervoegen from Dutch to Swedish
vervoegen:
-
vervoegen (verbuigen; declineren)
-
vervoegen (zich begeven naar; aflopen; koers zetten naar)
Conjugations for vervoegen:
o.t.t.
- vervoeg
- vervoegt
- vervoegt
- vervoegen
- vervoegen
- vervoegen
o.v.t.
- vervoegde
- vervoegde
- vervoegde
- vervoegden
- vervoegden
- vervoegden
v.t.t.
- heb vervoegd
- hebt vervoegd
- heeft vervoegd
- hebben vervoegd
- hebben vervoegd
- hebben vervoegd
v.v.t.
- had vervoegd
- had vervoegd
- had vervoegd
- hadden vervoegd
- hadden vervoegd
- hadden vervoegd
o.t.t.t.
- zal vervoegen
- zult vervoegen
- zal vervoegen
- zullen vervoegen
- zullen vervoegen
- zullen vervoegen
o.v.t.t.
- zou vervoegen
- zou vervoegen
- zou vervoegen
- zouden vervoegen
- zouden vervoegen
- zouden vervoegen
diversen
- vervoeg!
- vervoegt!
- vervoegd
- vervoegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
vervoegen
förtrollande-
förtrollande nomen
-
Translation Matrix for vervoegen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
böja | buiging; kromming | |
förtrollande | vervoegen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
böja | declineren; verbuigen; vervoegen | buigen; doen buigen; krom buigen; krombuigen; ombuigen; verbuigen |
böja grammatiskt | declineren; verbuigen; vervoegen | |
deklinera | declineren; verbuigen; vervoegen | |
konjugera | declineren; verbuigen; vervoegen | |
styra mot | aflopen; koers zetten naar; vervoegen; zich begeven naar | afstevenen; stevenen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
förtrollande | magisch; toverachtig |