Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vos:
  2. vossen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vos from Dutch to Swedish

vos:

vos [de ~ (m)] nomen

  1. de vos (vrouwtjesvos)
    rävhona; räv

Translation Matrix for vos:

NounRelated TranslationsOther Translations
räv vos; vrouwtjesvos leperd; leperik
rävhona vos; vrouwtjesvos

Related Words for "vos":


Wiktionary Translations for vos:


Cross Translation:
FromToVia
vos räv foxVulpes vulpes
vos räv FuchsZoologie: Vertreter einer Gruppe von bestimmten kurzbeinigen Arten der Familie der Hunde (Canidae)
vos räv renard — Animal

vossen:

vossen verb (vos, vost, voste, vosten, gevost)

  1. vossen
    plugga; studera; lära in
    • plugga verb (pluggar, pluggade, pluggat)
    • studera verb (studerar, studerade, studerat)
    • lära in verb (lär in, lärde in, lärt in)

Conjugations for vossen:

o.t.t.
  1. vos
  2. vost
  3. vost
  4. vossen
  5. vossen
  6. vossen
o.v.t.
  1. voste
  2. voste
  3. voste
  4. vosten
  5. vosten
  6. vosten
v.t.t.
  1. heb gevost
  2. hebt gevost
  3. heeft gevost
  4. hebben gevost
  5. hebben gevost
  6. hebben gevost
v.v.t.
  1. had gevost
  2. had gevost
  3. had gevost
  4. hadden gevost
  5. hadden gevost
  6. hadden gevost
o.t.t.t.
  1. zal vossen
  2. zult vossen
  3. zal vossen
  4. zullen vossen
  5. zullen vossen
  6. zullen vossen
o.v.t.t.
  1. zou vossen
  2. zou vossen
  3. zou vossen
  4. zouden vossen
  5. zouden vossen
  6. zouden vossen
diversen
  1. vos!
  2. vost!
  3. gevost
  4. vossend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vossen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
lära in vossen inlezen; leerstof erin stampen
plugga vossen aanpoten; afslijpen; erafslijpen; flink aanpakken; hard werken
studera vossen aanleren; bestuderen; blokken; eigen maken; instuderen; leerstof erin stampen; leren; naspeuren; nasporen; navorsen; onderwijzen; oppikken; opsteken; studeren; verwerven

Related Words for "vossen":


Related Translations for vos