Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. zegels:
  2. zegel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zegels from Dutch to Swedish

zegels:

zegels [de ~] nomen, plural

  1. de zegels
    stämpel; sigill; insegel

Translation Matrix for zegels:

NounRelated TranslationsOther Translations
insegel zegels
sigill zegels
stämpel zegels inktstempel; pons; stempel; zegel

Related Words for "zegels":


zegels form of zegel:

zegel [de ~ (m)] nomen

  1. de zegel (inktstempel; stempel)
  2. de zegel (plakzegel)
  3. de zegel (spaarzegel)

Translation Matrix for zegel:

NounRelated TranslationsOther Translations
kontrollstämpel inktstempel; stempel; zegel controlestempel; keurmerk; keurstempel; kwaliteitsmerk; waarmerk
rabattfrimärke spaarzegel; zegel
rabattmärke spaarzegel; zegel
sigillstamp plakzegel; zegel
stämpel inktstempel; stempel; zegel pons; zegels

Related Words for "zegel":

  • zegelen, zegels, zegeltje, zegeltjes

Wiktionary Translations for zegel:


Cross Translation:
FromToVia
zegel sigill bull — seal
zegel sigill seal — pattern, design
zegel sigill seal — something which will be visibly damaged when a container is opened
zegel sigill sceau — Traductions à trier suivant le sens