Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- zweet:
- zweten:
-
Wiktionary:
- zweet → svett
- zweten → svettas, koka bort, transpirera
Dutch
Detailed Translations for zweet from Dutch to Swedish
zweet:
-
het zweet (transpiratie; zweten)
Translation Matrix for zweet:
Noun | Related Translations | Other Translations |
svettas | transpiratie; zweet; zweten | transpireren; zweten |
transpiration | transpiratie; zweet; zweten | transpiraties |
Verb | Related Translations | Other Translations |
svettas | transpireren; uitzweten; zweten |
Related Words for "zweet":
zweet form of zweten:
-
zweten (transpiratie; zweet)
-
zweten (transpireren)
-
zweten (uitzweten)
-
zweten (transpireren)
Conjugations for zweten:
o.t.t.
- zweet
- zweet
- zweet
- zweten
- zweten
- zweten
o.v.t.
- zweette
- zweette
- zweette
- zweetten
- zweetten
- zweetten
v.t.t.
- heb gezweten
- hebt gezweten
- heeft gezweten
- hebben gezweten
- hebben gezweten
- hebben gezweten
v.v.t.
- had gezweten
- had gezweten
- had gezweten
- hadden gezweten
- hadden gezweten
- hadden gezweten
o.t.t.t.
- zal zweten
- zult zweten
- zal zweten
- zullen zweten
- zullen zweten
- zullen zweten
o.v.t.t.
- zou zweten
- zou zweten
- zou zweten
- zouden zweten
- zouden zweten
- zouden zweten
diversen
- zweet!
- zweet!
- gezweten
- zwetend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zweten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
svettas | transpiratie; transpireren; zweet; zweten | |
transpiration | transpiratie; zweet; zweten | transpiraties |
Verb | Related Translations | Other Translations |
perspirera | transpireren; uitzweten; zweten | |
svettas | transpireren; uitzweten; zweten | |
svettas ut | uitzweten; zweten |
Related Words for "zweten":
Wiktionary Translations for zweten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zweten | → svettas | ↔ perspire — to sweat |
• zweten | → koka bort | ↔ stew — to suffer under hot conditions |
• zweten | → svettas | ↔ sweat — to emit sweat |
• zweten | → svettas; transpirera | ↔ suer — transpirer, rendre de la sueur par les pores de la peau. |
• zweten | → svettas; transpirera | ↔ transpirer — S’exhaler, sortir du corps par les pores. |