Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Translate addition

Translate addition from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

addition:
- uitbouw; aanbouw; bijtelling; toevoeging; bijmenging; bijvoeging
Wiktionary:
- addition → optelling
- addition → optellen, sommeren, toevoeging

Swedish

Detailed Translations for addition from Swedish to Dutch

addition:

addition [-en] nomen

addition (tillägg; utbyggnad)
de uitbouw; de aanbouw
- uitbouw [de ~ (m)] nomen
- aanbouw [de ~ (m)] nomen
addition (tillägg; utbyggnad)
de bijtelling
- bijtelling [de ~ (v)] nomen
addition (tillägning)
de toevoeging; de bijmenging; de bijvoeging
- toevoeging [de ~ (v)] nomen
- bijmenging [de ~ (v)] nomen
- bijvoeging [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for addition:

Noun	Related Translations	Other Translations
aanbouw	addition; tillägg; utbyggnad
bijmenging	addition; tillägning
bijtelling	addition; tillägg; utbyggnad
bijvoeging	addition; tillägning
toevoeging	addition; tillägning	mera; tillfogning; tillsats; tillägg; tilläggning
uitbouw	addition; tillägg; utbyggnad	båge

Wiktionary Translations for addition:

addition

noun

het samenvoegen van een of meer termen tot een totaal, de som
- optelling → addition

Cross Translation:

From	To	Via
• addition	→ optellen; sommeren	↔ addition — arithmetic: process of adding
• addition	→ toevoeging	↔ Addition — Mathematik: Zusammenzählung zweier Zahlen