Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Translate besegrad

Translate besegrad from Swedish to Dutch

Summary
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. besegrad:
  2. besegra:
  3. Wiktionary:

Swedish

Detailed Translations for besegrad from Swedish to Dutch

besegrad:

besegrad adj

  1. besegrad (slaget; nedgjord; besegrat; nedgjort)
    verslagen; overwonnen

Translation Matrix for besegrad:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
verslagen besegrad; besegrat; nedgjord; nedgjort; slaget
ModifierRelated TranslationsOther Translations
overwonnen besegrad; besegrat; nedgjord; nedgjort; slaget

Synonyms for "besegrad":


besegra:

besegra verb (besegrar, besegrade, besegrat)

  1. besegra (vinna över)
    winnen; overwinnen; te boven komen; verslaan
    • winnen verb (win, wint, won, wonnen, gewonnen)
    • overwinnen verb (overwin, overwint, overwon, overwonnen, overwonnen)
    • te boven komen verb (kom te boven, komt te boven, kwam te boven, kwamen te boven, te boven gekomen)
    • verslaan verb (versla, verslaat, versloeg, versloegen, verslagen)
  2. besegra (få övertaget över; vinna över)
    iemand eronder krijgen

Conjugations for besegra:

presens
  1. besegrar
  2. besegrar
  3. besegrar
  4. besegrar
  5. besegrar
  6. besegrar
imperfekt
  1. besegrade
  2. besegrade
  3. besegrade
  4. besegrade
  5. besegrade
  6. besegrade
framtid 1
  1. kommer att besegra
  2. kommer att besegra
  3. kommer att besegra
  4. kommer att besegra
  5. kommer att besegra
  6. kommer att besegra
framtid 2
  1. skall besegra
  2. skall besegra
  3. skall besegra
  4. skall besegra
  5. skall besegra
  6. skall besegra
conditional
  1. skulle besegra
  2. skulle besegra
  3. skulle besegra
  4. skulle besegra
  5. skulle besegra
  6. skulle besegra
perfekt particip
  1. har besegrat
  2. har besegrat
  3. har besegrat
  4. har besegrat
  5. har besegrat
  6. har besegrat
imperfekt particip
  1. hade besegrat
  2. hade besegrat
  3. hade besegrat
  4. hade besegrat
  5. hade besegrat
  6. hade besegrat
blandad
  1. besegra!
  3. besegra!
  5. besegrad
  6. besegrande
1. jag, 2. du/ni, 3. han/hon/den/det, 4. vi, 5. ni, 6. de

Translation Matrix for besegra:

VerbRelated TranslationsOther Translations
iemand eronder krijgen besegra; få övertaget över; vinna över
overwinnen besegra; vinna över
te boven komen besegra; vinna över
verslaan besegra; vinna över
winnen besegra; vinna över förtjäna; vinna; vinna seger

Synonyms for "besegra":


Wiktionary Translations for besegra:

Cross Translation:
FromToVia
• besegra → overwinnen; verslaan ↔ beat — to win against
• besegra → overwinnen; verslaan; overmeesteren; slaan ↔ best — to beat
• besegra → overwinnen; verslaan ↔ defeat — to overcome in battle or contest
• besegra → overwinnen, verslaan ↔ vanquish — to defeat, to overcome
• besegra → zegevieren ↔ obsiegen — gehoben, veraltend: den Sieg davontragen
• besegra → afbreken; slopen; neerhalen; kappen; vellen; neervellen; wippen; afhakken; afhouwen; afkappen; omhakken; deprimeren; neerdrukken; neerslachtig maken; terneerdrukken; delven; opduikelen; opgraven; rooien; uitgraven; winnen; uitputten; putten uit; omkappen; slachten; afslachten; fnuiken; verzwakken; bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; neerkomen; doden; doodmaken; ombrengen; doodschieten; fusilleren; de moed ontnemen; ontmoedigen; afleggen; aflopen; doorgaan; gaan door; bedaren; geruststellen; kalmeren; kleinmaken; vernederen; verootmoedigen ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens
• besegra → bevangen; overwinnen; verslaan; zegevieren; overgaan; oversteken; te boven gaan; overtreffen; uitblinken; uitmunten; voorbijstreven ↔ surmonter — monter au-dessus.







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0325 seconds
Page rendered in 1.0 seconds