Swedish
Detailed Translations for säga åt from Swedish to Dutch
säga åt: (*Using Word and Sentence Splitter)
- saga: sprookje; sprookjesverhaal; verhaal; geschiedenis; verhaaltje; relaas; vertelling; vertelsel; verdichtsel
- säga: spreken; praten; kletsen; klappen; babbelen; kakelen; zwammen; kwebbelen; kwetteren; kwekken; wauwelen; snateren
- äta: eten; opeten; leegeten; vreten; opvreten; schaften; lessen; tegoed doen; laven; lenigen; lunchen
- åt: bij; te; via; ter
Wiktionary Translations for säga åt:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• säga åt | → instrueren | ↔ tell — to instruct |