Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Search: elasticitet

Swedish and Dutch Search Results for: elasticitet

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

elasticitet:
- elasticiteit; veerkracht; weerstand; incasseringsvermogen; weerstandsvermogen; rek; spankracht
Wiktionary:
- elasticitet → elasticiteit
- elasticitet → elasticiteit, herstellingsvermogen

Swedish

Detailed Translations for elasticitet from Swedish to Dutch

elasticitet:

elasticitet [-en] nomen

elasticitet
de elasticiteit
- elasticiteit [de ~ (v)] nomen
elasticitet (spänst)
de veerkracht; de weerstand; het incasseringsvermogen; het weerstandsvermogen
- veerkracht [de ~ (m)] nomen
- weerstand [de ~ (m)] nomen
- incasseringsvermogen [het ~] nomen
- weerstandsvermogen [het ~] nomen
elasticitet (töjbarhet)
de rek; de veerkracht; de spankracht
- rek [de ~ (m)] nomen
- veerkracht [de ~ (m)] nomen
- spankracht [de ~] nomen

Translation Matrix for elasticitet:

Noun	Related Translations	Other Translations
elasticiteit	elasticitet
incasseringsvermogen	elasticitet; spänst
rek	elasticitet; töjbarhet	elastiskt; ställ; ställning; torkställ
spankracht	elasticitet; töjbarhet
veerkracht	elasticitet; spänst; töjbarhet	elastiskt
weerstand	elasticitet; spänst	motståndsrörelse; mottryck; resning; revolt; uppror
weerstandsvermogen	elasticitet; spänst
Not Specified	Related Translations	Other Translations
rek		ställning

Wiktionary Translations for elasticitet:

elasticitet

noun

materiaalkunde|nld De bekwaamheid van een materiaal om terug te keren naar de originele staat na vervorming
- elasticiteit → elasticitet

Cross Translation:

From	To	Via
• elasticitet	→ elasticiteit	↔ elasticity — physics: property by which a material can regain its original dimensions
• elasticitet	→ herstellingsvermogen	↔ resilience — the mental ability to recover quickly from depression, illness or misfortune
• elasticitet	→ elasticiteit	↔ Elastizität — Physik: Eigenschaft eines Körpers oder Materials nach einer Verformung durch äußere Kräfte, keine bleibende Änderung in der Form zu erfahren; Fähigkeit eines Materials in seine ursprüngliche Form zurückzukehren, nachdem die Kraft, die die Verformung verursacht hat, entfernt wurde
• elasticitet	→ elasticiteit	↔ élasticité — propriété qu’ont tous les corps solides d’accepter une déformation temporaire et de reprendre leur forme dès que les causes de cette déformation cesser d’agir.