Summary
Swedish to Dutch:   more detail...
  1. ledig:
  2. Wiktionary:
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ledig:
  2. ledigen:
  3. Wiktionary:
    • ledig → tom


Swedish

Detailed Translations for ledig from Swedish to Dutch

ledig:

ledig adj

  1. ledig
    vrij

Translation Matrix for ledig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
vrij ledig befriad från bojor; befriat från bojor; frankt; fri; fritt; i frihet; obundet; rak; rakt; ärligt; öppen; öppet

Synonyms for "ledig":


Wiktionary Translations for ledig:


Cross Translation:
FromToVia
ledig leeg vacant — not occupied

External Machine Translations:

Related Translations for ledig



Dutch

Detailed Translations for ledig from Dutch to Swedish

ledig:

ledig adj

  1. ledig (leeg; onbezet)
    tomt; tom

Translation Matrix for ledig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
tom ledig; leeg; onbezet ijdel; leeg; loos; luchtledig; ongevuld; vacuum; zonder inhoud
tomt ledig; leeg; onbezet blanco; hol; ijdel; inhoudsloos; leeg; loos; luchtledig; nietszeggend; onbeschreven; ongevuld; oningevuld; vacuum; zonder inhoud

Related Words for "ledig":


Wiktionary Translations for ledig:


Cross Translation:
FromToVia
ledig tom vide — Qui ne contenir rien ; qui est totalement dépourvoir de.

ledig form of ledigen:

ledigen verb (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)

  1. ledigen (leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken)
    dricka; dricka upp
    • dricka verb (dricker, drack, druckit)
    • dricka upp verb (dricker upp, drack upp, druckit upp)
  2. ledigen (leeggieten; uitgieten; leegmaken)
    tömma; hälla ut
    • tömma verb (tömmer, tömmde, tömmt)
    • hälla ut verb (häller ut, hällde ut, hällt ut)
  3. ledigen (leeghalen; uithalen; leegmaken)
    tömma; rensa ut
    • tömma verb (tömmer, tömmde, tömmt)
    • rensa ut verb (rensar ut, rensade ut, rensat ut)
  4. ledigen (legen; leegmaken; leeghalen)
    tömma
    • tömma verb (tömmer, tömmde, tömmt)

Conjugations for ledigen:

o.t.t.
  1. ledig
  2. ledigt
  3. ledigt
  4. ledigen
  5. ledigen
  6. ledigen
o.v.t.
  1. ledigde
  2. ledigde
  3. ledigde
  4. ledigden
  5. ledigden
  6. ledigden
v.t.t.
  1. heb geledigd
  2. hebt geledigd
  3. heeft geledigd
  4. hebben geledigd
  5. hebben geledigd
  6. hebben geledigd
v.v.t.
  1. had geledigd
  2. had geledigd
  3. had geledigd
  4. hadden geledigd
  5. hadden geledigd
  6. hadden geledigd
o.t.t.t.
  1. zal ledigen
  2. zult ledigen
  3. zal ledigen
  4. zullen ledigen
  5. zullen ledigen
  6. zullen ledigen
o.v.t.t.
  1. zou ledigen
  2. zou ledigen
  3. zou ledigen
  4. zouden ledigen
  5. zouden ledigen
  6. zouden ledigen
en verder
  1. is geledigd
  2. zijn geledigd
diversen
  1. ledig!
  2. ledigt!
  3. geledigd
  4. ledigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ledigen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dricka ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken alcohol gebruiken; borrel pakken; borrelen; drinken; een borrel drinken; neut nemen; zich laven; zich verkwikken; zijn dorst stillen
dricka upp ledigen; leegdrinken; leegmaken; opdrinken; uitdrinken
hälla ut ledigen; leeggieten; leegmaken; uitgieten uitschenken
rensa ut ledigen; leeghalen; leegmaken; uithalen uitplunderen; uitschudden
tömma ledigen; leeggieten; leeghalen; leegmaken; legen; uitgieten; uithalen afscheiden; afvoeren; leeghalen; leegpompen; leegstorten; lozen; plunderen; uitknijpen; uitnemen; uitpersen; uitplunderen; uitpompen; uitscheiden; uitschudden; uitstoten; uitwerpen; uitzuigen

External Machine Translations:

Related Translations for ledig