Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
abdikera:
-
Wiktionary:
abdikera → abdiceren, aftreden, zich onderwerpen, afleggen, opgeven, prijsgeven, toegeven, afstaan, wijken, afstand doen, abdiqueren, afstand doen van -
Synonyms for "abdikera":
avgå
-
Wiktionary:
Swedish
Detailed Translations for abdikera from Swedish to Dutch
abdikera:
Synonyms for "abdikera":
Wiktionary Translations for abdikera:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• abdikera | → abdiceren; aftreden | ↔ abdicate — renounce a throne |
• abdikera | → zich onderwerpen; afleggen; opgeven; prijsgeven; toegeven; afstaan; wijken; afstand doen; abdiceren; abdiqueren; aftreden; afstand doen van | ↔ abdiquer — renoncer à un pouvoir que l’on exercer ; se démettre de ses fonctions. |