Summary
Swedish to Dutch: more detail...
-
manhaftig:
-
Wiktionary:
manhaftig → resoluut, vastbesloten, krjgshaftig, mannelijk, manmoedig
-
Wiktionary:
Dutch to Swedish: more detail...
Swedish
Detailed Translations for manhaftig from Swedish to Dutch
manhaftig: (*Using Word and Sentence Splitter)
- man: gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; vrouw; man; echtgenoot; eega; gade; manspersoon; echtgenote; gemalin; manen van een paard
- häftig: schitterend; tof; gaaf; mieters; sterk; stevig; flink; krachtig; ferm; fysiek sterk; straf; fel; heftig; hevig; pittig; felle; verwoed; onmatig
- män: mannen; manvolk
Wiktionary Translations for manhaftig:
Dutch
Detailed Translations for manhaftig from Dutch to Swedish
manhaftig:
-
manhaftig
Translation Matrix for manhaftig:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
djärv | manhaftig | brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig |
djärvt | manhaftig | brutaal; dapper; driest; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; niet beschroomd; onbeschroomd; onverschrokken; stout; stoutmoedig; vrijmoedig; vrijpostig |
modig | manhaftig | brutaal; hondsbrutaal; koen; kranig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stoutmoedig; vermetel; vrijpostig |
modigt | manhaftig | brutaal; dapper; heldhaftig; heroïsch; hondsbrutaal; kloek; koen; kranig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vrijmoedig; vrijpostig |
tappert | manhaftig |