Swedish
Detailed Translations for uppsåt from Swedish to Dutch
uppsåt: (*Using Word and Sentence Splitter)
- upp: omhoog; opwaarts; naar boven toe
- söt: leuk; grappig; komisch; lachwekkend; geestig; komiek; lollig; geinig; koddig; mooi; knap; schoon; bevallig; welgemaakt; zoet; zoetsmakend; suikerig; suikerachtig