Summary
Swedish to Dutch: more detail...
- sönder:
-
Wiktionary:
- sönder → breken, stukmaken, kapotmaken
Dutch to Swedish: more detail...
Swedish
Detailed Translations for sönder from Swedish to Dutch
sönder:
-
sönder (i bitar; krossat; kaputt; krossad)
kapot; gebroken; defect; stuk; onklaar; aan stukken; in stukken-
kapot adj
-
gebroken adj
-
defect adj
-
stuk adj
-
onklaar adj
-
aan stukken adj
-
in stukken adj
-
-
sönder (funkar ej; trasigt)
-
sönder (i bitar; trasig; bruten; kaputt; degraderad)
Translation Matrix for sönder:
Synonyms for "sönder":
External Machine Translations:
Related Translations for sönder
Dutch
Detailed Translations for sönder from Dutch to Swedish
sönder form of sonderen:
-
sonderen (met sonde onderzoeken)
Conjugations for sonderen:
o.t.t.
- sonder
- sondert
- sondert
- sonderen
- sonderen
- sonderen
o.v.t.
- sonderde
- sonderde
- sonderde
- sonderden
- sonderden
- sonderden
v.t.t.
- heb gesonderd
- hebt gesonderd
- heeft gesonderd
- hebben gesonderd
- hebben gesonderd
- hebben gesonderd
v.v.t.
- had gesonderd
- had gesonderd
- had gesonderd
- hadden gesonderd
- hadden gesonderd
- hadden gesonderd
o.t.t.t.
- zal sonderen
- zult sonderen
- zal sonderen
- zullen sonderen
- zullen sonderen
- zullen sonderen
o.v.t.t.
- zou sonderen
- zou sonderen
- zou sonderen
- zouden sonderen
- zouden sonderen
- zouden sonderen
en verder
- ben gesonderd
- bent gesonderd
- is gesonderd
- zijn gesonderd
- zijn gesonderd
- zijn gesonderd
diversen
- sonder!
- sondert!
- gesonderd
- sonderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for sonderen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
sondera | met sonde onderzoeken; sonderen | doorklinken; polsen |
undersöka | met sonde onderzoeken; sonderen | aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; graaien; grabbelen; iets opzoeken; in iets rondtasten; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; overhoren; rechercheren; rommelen; schouwen; snuffelen; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren |
External Machine Translations: