Interglot - "last" translated from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

last:
- vracht; lading; belading; last; kwaaltje; ladingen; vrachten; schroefbank; vrachtgoed; inladen; verlading; gevoelslast
Wiktionary:
- last → last, gewicht, lading, vermogen, ondeugd, verdorvenheid, zonde, druk, spanning, belasting

Swedish

Detailed Translations for last from Swedish to Dutch

last (frakt; gods)
de vracht; de lading; de belading; de last
- vracht [de ~] nomen
- lading [de ~ (v)] nomen
- belading [de ~ (v)] nomen
- last [de ~ (m)] nomen
last (åkomma; brist; krämpa)
het kwaaltje
- kwaaltje [het ~] nomen
last
de ladingen; de vrachten
- ladingen [de ~] nomen, plural
- vrachten [de ~] nomen, plural
last
de lading
- lading [de ~ (v)] nomen
last (synd)
de schroefbank
- schroefbank [de ~] nomen
last (fraktgods; frakt; gods)
het vrachtgoed
- vrachtgoed [het ~] nomen
last (skeppslast; transport; sändning; inskeppning)
inladen; de verlading
- inladen [znw.] nomen
- verlading [de ~ (v)] nomen
last (börda)
de last; gevoelslast
- last [de ~ (m)] nomen
- gevoelslast [znw.] nomen

Noun	Related Translations	Other Translations
belading	frakt; gods; last
gevoelslast	börda; last
inladen	inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport
kwaaltje	brist; krämpa; last; åkomma
lading	frakt; gods; last	belastning; elektrisk laddning; frakt
ladingen	last
last	börda; frakt; gods; last	ansträngning; besvär; obekvämlighet; olägenhet; omak; spänning
schroefbank	last; synd
verlading	inskeppning; last; skeppslast; sändning; transport
vracht	frakt; gods; last	belastning; frakt; fraktsats
vrachten	last
vrachtgoed	frakt; fraktgods; gods; last
Verb	Related Translations	Other Translations
inladen		lasta

Cross Translation:

From	To	Via
• last	→ last	↔ charge — load or burden
• last	→ gewicht	↔ load — burden
• last	→ lading	↔ load — number of articles that can be transported or processed at one time
• last	→ vermogen	↔ load — the electrical current or power delivered by a device
• last	→ ondeugd; verdorvenheid; zonde	↔ vice — bad habit
• last	→ last; lading; gewicht	↔ Last — Transportwesen: etwas, was sich durch sein Gewicht nach unten drückt oder zieht; auch Ladung, Fracht; was man trägt
• last	→ last; druk; lading; gewicht	↔ Last — psychischer Druck, beschwerlicher Umstand
• last	→ spanning	↔ Last — Elektrotechnik: elektrischer Widerstand, elektrischer Verbraucher
• last	→ belasting	↔ Last — Mechanik: Kraft, die auf eine sich im Betrieb befindende Maschine wirkt