Home ->Dictionaries ->Swedish/Dutch ->Translate nation

Translate nation from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

nation:
- staat; land; rijk; natie; volk
Wiktionary:
- nation → natie
- nation → natie

Swedish

Detailed Translations for nation from Swedish to Dutch

nation:

nation [-en] nomen

nation (land)
de staat; het land; het rijk; de natie
- staat [de ~ (m)] nomen
- land [het ~] nomen
- rijk [het ~] nomen
- natie [de ~ (v)] nomen
nation (folk)
het volk; de natie
- volk [het ~] nomen
- natie [de ~ (v)] nomen

Translation Matrix for nation:

Noun	Related Translations	Other Translations
land	land; nation	land; landskap
natie	folk; land; nation
rijk	land; nation
staat	land; nation	beskaffenhet; förteckning; kondition; lista; position; protokoll; resumé; sammandrag; situation; skick; stat; tillstånd; uppteckning; översikt
volk	folk; nation
Adjective	Related Translations	Other Translations
rijk		förmöget; penningstark; penningstarkt; rik; rikt

Synonyms for "nation":

stat; land

Wiktionary Translations for nation:

nation

noun

een groep mensen die zich door gemeenschappelijke taal, cultuur of politieke geschiedenis verbonden voelt
- natie → nation

Cross Translation:

From	To	Via
• nation	→ natie	↔ nation — community of people
• nation	→ natie	↔ Nation — Gemeinschaft von Menschen, die durch eine gemeinsame Sprache, Kultur oder ein gemeinsames Territorium verbunden sind
• nation	→ natie	↔ Nation — Staat

Related Translations for nation