Interglot - "rester" translated from Swedish to Dutch

Summary

Swedish to Dutch: more detail...

rester:
- overblijfsel; rest; restant; het overgeblevene; laatste rest; overschot; ruïnes; bouwvallen; kliekjes; etensresten; klieken

Swedish

Detailed Translations for rester from Swedish to Dutch

rester (återstoder; kvarstoder)
het overblijfsel; de rest; de restant; het overgeblevene; laatste rest; het overschot
- overblijfsel [het ~] nomen
- rest [de ~] nomen
- restant [de ~ (m)] nomen
- het overgeblevene [znw.] nomen
- laatste rest [znw.] nomen
- overschot [het ~] nomen
rester (ruiner; lämningar)
de ruïnes; de bouwvallen
- ruïnes [de ~] nomen, plural
- bouwvallen [de ~] nomen, plural
rester (överblivna bitar)
de kliekjes; de etensresten; de klieken
- kliekjes [de ~] nomen, plural
- etensresten [de ~] nomen, plural
- klieken [de ~] nomen, plural

Noun	Related Translations	Other Translations
bouwvallen	lämningar; rester; ruiner
etensresten	rester; överblivna bitar
het overgeblevene	kvarstoder; rester; återstoder
klieken	rester; överblivna bitar
kliekjes	rester; överblivna bitar
laatste rest	kvarstoder; rester; återstoder
overblijfsel	kvarstoder; rester; återstoder
overschot	kvarstoder; rester; återstoder	överskott
rest	kvarstoder; rester; återstoder	överskott
restant	kvarstoder; rester; återstoder
ruïnes	lämningar; rester; ruiner
Verb	Related Translations	Other Translations
klieken		förena sig; sluta leden; sluta sig samman