Interglot - "rum" translated from Swedish to Dutch

rum (kammare)
de kamer; ruimte in een gebouw; het vertrekken; het vertrek
- kamer [de ~] nomen
- ruimte in een gebouw [znw.] nomen
- vertrekken [het ~] nomen
- vertrek [het ~] nomen
rum (stort rum; hall)
grote kamer; de zaal
- grote kamer [znw.] nomen
- zaal [de ~] nomen
rum
de kamers; de vertrekken
- kamers [de ~] nomen, plural
- vertrekken [de ~] nomen, plural
rum (rymder; tomrum)
de ruimtes
- ruimtes [de ~] nomen, plural
rum (salar; hallar)
de zalen
- zalen [de ~] nomen, plural
rum (grupprum)
de ruimte; aparte vergaderruimte
- ruimte [de ~ (v)] nomen
- aparte vergaderruimte

Noun	Related Translations	Other Translations
grote kamer	hall; rum; stort rum
kamer	kammare; rum	parlament; riksdag
kamers	rum
ruimte	grupprum; rum	universum; utrymme
ruimte in een gebouw	kammare; rum
ruimtes	rum; rymder; tomrum
vertrek	kammare; rum	avgång; avresa
vertrekken	kammare; rum	lämna; åka bort
zaal	hall; rum; stort rum
zalen	hallar; rum; salar
Verb	Related Translations	Other Translations
vertrekken		avgå ifrån; avresa; bryta upp; gå bort; lämna; resa iväg; åka iväg
Not Specified	Related Translations	Other Translations
aparte vergaderruimte	grupprum; rum

Cross Translation:

From	To	Via
• rum	→ ruimte; kamer; vertrek	↔ room — space
• rum	→ ruimte; kamer; zaal; vertrek	↔ room — division in a building

Translate rum from Swedish to Dutch